Razendsnel bezorgd, maar tegen welke prijs?
In dit artikel:
In Noord‑America groeit het gebruik van maaltijdbezorgplatforms voor allerlei non‑foodartikelen: sneakers, mascara en kleding worden via diensten als Uber Eats binnen een uur aan huis geleverd. Warenhuizen en merken als DSW en Sephora sluiten aan, en hetzelfde model doet zijn intrede in Nederland en de EU omdat het bestaande netwerk van maaltijdbezorgers makkelijk herbruikbaar is.
Voor consumenten en buurtwinkels biedt dit voordelen: direct gebruik, hogere lokale omzet en mogelijk minder retourzendingen — wat kosten en CO2 kan schelen. Bezorgkosten van circa 4–8 euro zijn vaak redelijk te noemen; koeriers kunnen meerdere zendingen combineren en retailers kunnen kosten doorberekenen of zelf dragen.
Tegelijkertijd roept de ontwikkeling zorgen op over arbeidsvoorwaarden. Veel platformwerkers werken als zelfstandige zonder pensioen, goede verzekeringen of gegarandeerd inkomen en zijn afhankelijk van algoritmes die opdrachten en beoordeling sturen. TNO en het Rathenau Instituut waarschuwen daarom voor een gesprek tussen bedrijven en werknemers over doelen, data en gevolgen van algoritmisch management.
In Nederland is het veld al in beweging: tussen 2022 en 2023 nam het aantal bezorgers sterk toe, en sinds 2025 werken bij Uber Eats geen zzp’ers meer maar uitzendkrachten. Juridische uitspraken (zoals in de Deliveroo‑zaak) en strengere handhaving door de Belastingdienst versnellen die omslag, wat de arbeidsomstandigheden kan verbeteren. Razendsnelle levering kan dus winst zijn — mits de toekomst van de bezorger centraal blijft staan.